Een van de weinige Jamaicaanse tunes die een wereldhit is geworden, Bob Marley even buiten beschouwing gelaten. En een prachtvoorbeeld van harmonieuze samenzang, in de jaren 60 en 70 een vaste waarde in de reggae.
Tide is High Paragons | Die wereldhit was natuurlijk een cover. Van Blondie nog wel, een Amerikaanse band en dus niet echt vertrouwd met reggae. Maar in oorsprong ook een punkband, en in dat milieu was de Jamaicaanse muziek wel ingesijpeld, via de vrienden uit de UK, de film ‘The harder they come’ en enkele artiesten die al vroeg contact hadden met goed reggaevolk. Patti Smith was bevriend met Tapper Zukie. Maar ‘Tide is high’ (1981) surfte toch vooral mee op de golf van reggae en ska. De golf die eind jaren 70 de hitparades overspoelde. Na 10CC (‘Dreadlock Holiday’), Peter Tosh & Mick Jagger (‘Don’t look back’), Third World (‘Now that we’ve found love’) en de tunes van Madness en The Specials leek reggae stilaan een vaste waarde te worden op de radio.
Rhythm and Blues
Debbie Harry, de ravissante zangeres van Blondie, was oorspronkelijk trouwens van plan om Tide is high op te nemen met The Specials, maar die hadden daar geen zin in. Harry had in Londen van iemand een cassette gekregen met de beste tunes van The Paragons (‘toonbeelden, voorbeelden’), en het nummer beviel haar en meteen. Chris Stein ook trouwens, haar lover en het brein van Blondie, al wisten ze beiden dat reggae in de VS een ondergeschoven kindje was. De muziek mocht dan al ontstaan zijn uit de oude rhythm and blues, in de Amerikaanse charts heeft reggae nooit een rol van betekenis gespeeld. ‘Israelites’ (Desmond Dekker) raakte ooit tot nummer 9 maar werd toch eerder beschouwd als een novelty hit. De Staple Singers leenden de intro van ‘Liquidator’ (Harry J) voor ‘I’ll take you there’, Johnny Nash streek reggae glad tot pop in ‘I can see clearly now’ en Eric Clapton had een rock-cover gemaakt van Marley’s ‘I shot the sheriff’. Bob Marley zelf raakte nooit verder dan de onderste regionen van de charts, ‘bubblin’ on the top 100’ (‘Roots rock reggae’).
Tide is high deed het wel in de States. Begin 1981 bereikte een reggaenummer voor de eerste keer de hoogste plaats in de Amerikaanse hitparade. Dan laten we Clapton en Nash even buiten beschouwing. Geen authentieke Jamaicaanse reggae maar wel een feestelijke popuitvoering, met veel respect voor de original van The Paragons. De band werd voor de gelegenheid aangevuld met drie percussionisten. De flamboyante blazers en strijkers, met een vleugje mariachi, werden geïnspireerd door de viool in de originele uitvoering, ook daar (bij Duke Reid) en toen (1967) al een uitzonderlijke toevoeging.
Extra kleur
White Rum Raymond: zo heette de violist die Tommy McCook destijds naar Treasure Isle haalde om ‘Tide is high’ extra kleur te geven. Het was niet de eerste hit van The Paragons, eind jaren 50 opgericht als duo (Bob Andy en Tyrone Evans) en na enkele ruzies en personeelswissels de geschiedenis ingegaan als trio, met Evans, Howard Barrett en leadzanger John Holt. In die bezetting maakten ze aan album voor Studio One en scoorden ze hit na hit (twaalf keer nummer 1!) voor Duke Reid: ‘Happy go lucky’, ‘Wear you to the ball’, ‘On the beach’… Het was classic rocksteady, harmonieuze samenzang, begeleid door de onvolprezen Supersonics van Tommy McCook.
The Paragons was lang niet het enige vocale trio dat furore maakte in de rocksteady. The Jamaicans, The Tennors, The Techniques, The Uniques, The Gaylads, The Silvertones, The Termites… Allemaal modelleerden ze zich naar succesvolle Amerikaanse soulgroepen als The Drifters (de favoriete act van John Holt), The Miracles of The Temptations. Sommige van die groepen kwamen ook optreden in Jamaica, en maakten evenveel indruk met hun kostuums en podiumacts als met hun muziek. Net als in Amerika waren de vier- en vijfkoppige vocale gezelschappen teruggebracht tot een trio en speelden de blazers niet langer een dominante rol.
invloedrijke groep
De meest invloedrijke groep, die ook het vaakst op het podium stond in Kingston, was The Impressions met leadzanger Curtis Mayfield. The Wailers waren hun grootste fans en songs van Mayfield drukten hun stempel op enkele van de grootste rocksteadyklassiekers, en riddimgewijs daardoor op de reggae in het algemeen. ‘Queen and minstrell’ van The Impressions werd ‘Queen Majesty’ van The Techniques. ‘You’ll want me back’ werd ‘You don’t care’. The Uniques maakten hun eigen versie van ‘Gipsy woman’. De heerlijke vocale harmonieën in al die nummers dienden op hun beurt de jonge rasta’s. Ze diende tot voorbeeld die de verheven samenzang incorporeerden in de rootsreggae van de jaren 70.
‘Tide is high’ werd geschreven door John Holt zelf (volgens sommige bronnen op de melodie van een oude muziekrol in een mechanische piano), en hij heeft er goed aan verdiend. Ook de auteursrechten van Blondie’s millionseller en andere covers zijn voor een groot deel naar hem gevloeid. Gelukkig stonden The Paragons in 1967 onder contract bij Duke Reid. Hij gunde zijn artiesten net iets meer dan zijn grote concurrent Coxsone Dodd. Holt heeft na zijn periode met The Paragons ook nog een boeiende en bloeiende solocarrière uitgebouwd. ‘Stick by me’ en ‘Police in helicopter’ waren zijn grootste hits. Tyrone Evans heeft The Paragons nog jaren in leven gehouden, met een wisselende bezetting. Het album dat ze rond 1980 maakten met Sly & Robbie, ‘Now’, deed hun unieke stijl nog het meest eer aan. De plaat ‘The Paragons sing The Beatles and Bob Dylan’ hebben we nooit gezien, laat staan beluisterd.
1996
In 1996 nam Debbie Harry een bloedmooie versie op van ‘Tide is high’ met de Jazz Passengers. Een jaar later stond het nummer op de soundtrack van Speed 2: Cruise Control in de uitvoering van Maxi Priest. In 2002 werd het gecoverd door Atomic Kitten (nummer 1 in de UK, nummer 5 in België). In 2008 door de Canadese rapper Kardinal Offishal, die ook een versie uitbracht met Rihanna. Een pensioennummer noemen ze dat in het vak. Een evergreen die zo vaak gespeeld en gecoverd wordt dat je je de rest van je leven geen zorgen meer hoeft te maken. Weinig Jamaicanen zijn daar ooit in geslaagd.
Luister ook naar:
Happy go lucky (The Paragons)
On the beach (The Paragons)
Queen Majesty (The Techniques)
You don’t care (The Uniques)
Smile (The Silvertones)
door: Jah Shakespear