Creation Tunes: Peter Tosh – Legalize it is niet de eerste en misschien niet de beste ganja tune maar wel veruit de meest invloedrijke, ook buiten de reggae. En het handelsmerk van Peter Tosh natuurlijk, rude boy, revolutionair & Wailer from creation.
Nee, ‘Legalise it’ (met een s, de z is Amerikaans) was niet het eerste reggaelied over een plant. Niet het eerste Jamaicaanse eerbetoon aan cannabis, niet de eerste ganja tune. Zo uit de losse pols denk ik aan het superkoele ‘Cool collie’ (Hopeton Lewis, 1967), ‘Herbsman Shuffle’ (‘Smoking is habit!’), de grootste hit van King ‘The Ugly One’ Stitt, ‘Collie and wine’ (Glen Brown) en ‘Ishan Cup’ (Lloyd Charmers). Allemaal uit 1970, blijkbaar een goed jaar voor de ganja.
Onschuldige liedjes
Maar dat waren nog onschuldige liedjes in vergelijking met het onverbloemde pamflet dat Peter Tosh in 1975 op de markt bracht. Zijn eerste solosingle na zijn vertrek uit The Wailers. Met ‘Legalise it’ reageerde de zanger expliciet op Operation Buccaneer, een initiatief van de Amerikaanse DEA (Drug Enforcement Agency). Ganja was midden jaren 70 uitgegroeid tot het meest lucratieve – maar nog altijd volstrekt illegale – gewas van het land. Cannabis was goed voor een omzet van ruwweg 400 miljoen dollar. Een groot deel daarvan werd geëxporteerd naar de VS.
Het was Michael Manley, de ‘progressieve’ premier die in 1972 tal van rasta’s en artiesten charmeerde, die een grote Amerikaanse task force uitnodigde ’to disrupt the unabated marijua na cultivation in Jamaica’. De vele honderden agenten brachten zwaar wapentuig en geavanceerd opsporingsmateriaal mee. Om de cannabisvelden te lokaliseren en te vernietigen, vielen de troepen terug op jungletactieken uit Vietnam. Alle ganja die werd gevonden op boten of in droogschuren werd in beslag genomen.
Ondergrondse economie
De grootscheepse operatie viseerde vooral de rasta’s, kleine dealers en kwekers die een groot deel van de ondergrondse economie draaiend hielden. Die zagen zich gedwongen om in zee te gaan met grote drug lords en schietgrage criminelen. Tenminste als ze hun kleine business overeind wilden houden. En dat gebeurde ook: naar het einde van dat decennium was de cannabishandel tussen Jamaica en de US naar schatting twee miljard dollar waard. Operation Buccaneer liet het eiland achter in chaos en geweld. De operatie gaf de aanzet tot een jarenlange inmenging door de CIA in de Jamaicaanse politiek. Cynisch genoeg vooral gericht tegen de linkse ideeën van Manley’s PNP.
‘Legalise it’ was niet de eerste solo uitstap van Peter Tosh. Naast de nummers die hij (mee) schreef en inzong met The Wailers (‘Maga dog’, ‘Stop the train’, ‘Get up, stand up’, ‘400 years’, ‘No sympathy’…) scoorde hij in 1967 al een skahitje met ‘Rasta put it on’, een van de allereerste tunes waarin Rastafari woordelijk benoemd werd. ‘Earth’s Rightful Ruler’ (met U-Roy) was een vroege geloofsbelijdenis, en de originele versies van tunes als ‘Brand new second hand’, ‘Soon come’ en ‘Downpressor’ combineerden Tosh’ onmiskenbare talent als songschrijver met frisse arrangementen en muzikaal vakmanschap. Zoals de meeste van zijn generatiegenoten in de reggae werkte hij samen met de beste muzikanten, in zijn geval vaak de broers Carlton en Aston Barrett, ook de ritmesectie van The Wailers.
Soloplaten
Peter Tosh zat in zijn tropenjaren in tijden van Legalize it. Net als Bunny Wailer voelde hij zich niet meer gelukkig in de nieuwe, door Island uitgedachte constellatie van The Wailers, met Bob Marley als absolute frontman. Beide heren namen het Chris Blackwell van Island ook bijzonder kwalijk dat hij hun soloplaten niet wou uitbrengen. Peter Tosh zou Blackwell later minachtend omdopen tot Whitewors
De Amerikaanse regisseur en huisvriend van de drie Wailers, Lee Jaffe, was in 1974 de eerste die een embryonale versie van ‘Legalise it’ (en ‘Equal rights’) te horen kreeg, enkel begeleid op akoestische gitaar, niet nadat Peter Tosh hem een ‘corn trash spliff’ in de handen had geduwd. Jaffe wist wat geld los te peuteren bij Bob Marley. Peter Tosh zat zelf op zwart zaad. Bovendien kreeg hij de toestemming om met de muzikanten van The Wailers te werken.
In de Treasure Isle studio van Duke Reid legden Carlton en Familyman Barrett de eerste ritmetracks neer. Deze zouden verschijnen op enkele nummers van het album ‘Legalise it’. zij het nog niet de titeltrack. Ook Al Anderson en Tyrone Downie waren van de partij, Jaffe zelf speelde mondharmonica op ‘Watcha gonna do’. Bunny Wailer zong mee in de voor Tosh ongebruikelijke love ballad ‘Til your well run dry’.
Studiotijd
Na chaotische samenwerkingen met Eric Clapton (die zijn album ‘461 Ocean Boulevard’ deels in Jamaica opnam) en de Amerikaanse zangeres Martha Velez had Tosh nog altijd geen platendeal. Hij moest geld lenen om studiotijd te kopen, opnieuw in Treasure Isle. Gelukkig kon hij weer rekenen op de broers Barrett voor een sessie die naast het rastalied ‘Igziabeher’ (‘Let Jah be praised’ in het Amhaars) en enkele overdubs ook ‘Legalise it’ opleverde.
Legalize it and I will advertise it zong Peter Tosh onverbloemd. En dat dokters, verpleegsters, advocaten en rechters ook ganja rookten. Zo militant en openhartig had nog geen enkele artiest zich uitgelaten over een thema dat toch grote delen van de bevolking beroerde. Tosh had intussen een overeenkomst met het Amerikaanse Colombia-label voor zijn eerste soloplaat. (de vrucht van enkele hilarische trips naar de US – lees de biografie ‘The Life of Peter Tosh – Steppin’ Razor’). Hij wist wel te bedingen dat hij in Jamaica muziek kon blijven uitbrengen. Dit deed Tosh op op zijn eigen Intel-Diplo-label, van Intelligent Diplomat of His Imperial Majesty. Producer Tommy Cowan, met wie hij had samengewerkt voor Ras Michael & Sons of Negus (Tosh speelt gitaar op hun eerste drie albums) toonde zich bereid om de single te verdelen en te promoten.
Radiostations
De single ‘Legalise it’ werd op 25 juli 1975 werd uitgebracht. De (enige) twee nationale radiostations, RJR en JBC, besloten prompt om het nummer te bannen van de airwaves. Zij deden dit op dringend verzoek van de Broadcasting Authority. Tosh en Cowan reageerden met een paginagrote advertentie in de Daily Gleaner, met de volledige songtekst. De zanger benaderde ook Michael Manley, de ‘socialistische’ premier met een hart voor Rastafari (of zo leek het toch), en beloofde hem 60 exemplaren van zijn nieuwe album als hij de ban op de radio kon opheffen.
Dat lukte de politicus in eerste instantie niet maar hij stemde wel toe in een overleg met enkele rasta elders en reggaemuzikanten om de plooien glad te strijken. Pas nadat Peter Tosh internationaal doorbrak met ‘Legalise it’, de single en het album, verwaterde het verbod, en Jamaica had tegen dan ook wel andere (politieke en maatschappelijke) katten te geselen.
Even later kwam het nieuws dat Haile Selassie was overleden, voor Tosh aanleiding om een nieuwe reis naar de US te cancellen en drie dagen in rouw te gaan.
The Wailers
Peter Tosh heeft ‘Legalize it’ nog twee keer live gezongen met The Wailers, in Kingston. Eerst in het voorprogramma van The Jacksons, daarna van Stevie Wonder. Dat Wonder Dream Concert was een benefiet voor het Jamaican Institute for the Blind, en meteen ook het laatste gezamenlijke concert van de originele Wailers, inclusief Peter Tosh en Bunny Wailer dus. Met de intrede van de I Threes kondigden Bob Marley en Chris Blackwell in die shows een nieuw tijdperk aan, zonder Bobs oude kompanen. Hoewel de Rita Marley en Judy Mowatt nog wel enkele backing vocals hebben gedaan voor ‘Legalise it’, het album en de single, samen met Bunny Wailer overigens.
Sommige drum- en gitaarpartijen op de plaat hebben later nog overdubs gekregen, maar niet meer in Treasure Isle, de studio die na de dood van Duke Reid snel in verval was geraakt. Het album werd uiteindelijk afgewerkt in Randy’s, met naast de al genoemde muzikanten ook enige inbreng van Santa Davis op drums en de Amerikaanse muzikanten Donald Kinsey (gitaar) en Robbie Lee (mondharmonica).
Ongecensureerde tekst
Er wordt weleens gesproken over een ‘expliciete’ of ‘ongecensureerde Jamaicaanse tekst van ‘Legalise it’. Die hebben wij helaas nog nooit gehoord. Veel explicieter kan een nummer niet zijn. Het is in elk geval de bekende tekst die sinds 1975 wereldwijd in de armen werd gesloten door de legaliseringsbeweging voor cannabis. De tune zelf is een van de weinige niet Bob Marley-nummers die internationaal furore heeft gemaakt. Ook buiten de reggae, en de boodschap, zeg maar de eis blijft tot vandaag actueel, ook en zeker buiten Jamaica. Voor Peter Tosh was de tune de aanzet van een rijkgevulde en succesvolle solocarrière. Die carriere kwam in 1987 abrupt ten einde toen hij in zijn eigen huis werd vermoord.
door: Jah Shakespear