Wake the town and tell di people – Daddy U-Roy. Is ‘Daddy’ U Roy de vader van de rap? Hij was in elk geval de eerste die de kreten en de aankondigingen in de dancehall uitbreidde naar melodieuze rijmen. Hij gebruikte instrumentals (dubs) gebruikte om er volwaardige tunes van te maken.
Cool Sticky (Uziah Thompson) en Lee Perry zegden of schreeuwden al eens iets in de tunes van The Skatalites. Sir Lord Comic zette in 1967 een paar spreuken en quotes achter elkaar in zijn hits ‘Ska-ing West’ en ‘The Great Wuga Wuga’, maar veel structuur zat daar niet in, laat staan melodie. De populaire MC King Stitt, een man van Studio One, scoorde een jaar later met ‘Fire Corner’ (voor producer Clancy Eccles) en ‘Herbman Shuffle’, wellicht de eerste ganja tune. Beide nummers hebben een korte gesproken introductie, en veel meer zegt Stitt ook niet in zijn vocale tussenwerpsels.
Linford Anderson
De producer van ‘Herbman Shuffle’, Linford Anderson, maakte onder de naam Andy Capp ‘Pop-A-Top’, een proto-dub met gefragmenteerde vocals en MC-achtige big ups. Volgens Anderson was dat ‘the first talking record in Jamaica’. Hoe origineel en authentiek ‘Pop-A-Top’ ook klinkt, het is toch weer een soort cover. Een dubbele cover zelfs, van ‘Fat Man’ (Derrick Morgan) en ‘South Park Mambo’ van rhythm and blues-ster Dave Bartholomew.
Maar het was U Roy (Ewart Beckford) die de typische schreeuwen en aankondigingen van de Jamaicaanse deejays verhief tot een heel nieuw genre, ook al was hij zich daar in het begin nauwelijks van bewust. Hij had sinds 1969 wel een machtige soundsystem achter zich, King Tubby’s Home Town Hi-Fi. Het is geen toeval dat U Roy net daar, bij de originator van de dub, de inspiratie vond om zijn lyrics te ‘toasten’.
Dub plate
Tubby (Osbourne Ruddock) had een dub plate gemaakt van Slim Smith’s ‘Ain’t too proud to beg’. Een dub plate was toen nog een exclusieve mix van een nummer voor een soundsystem. Dit keer had King Tubby’s zichzelf overtroffen. ‘Part Two, another version’ kondigde zijn MC de tune aan op een dance. Eerst hoorde je alleen de stem van Slim Smith, heel ver in de achtergrond de muziek, dan zei U Roy ‘Love the life you live, live the life you love. Here come the brother Slim Smith again, tell dem!’
Zo herinnert producer Bunny Lee zich zijn kennismaking met U Roy, en de indrukwekkende sound van King Tubby, ‘pure rhythm’, die ook de stem van de MC vleugels gaf. Over het ontstaan van dub hebben we het binnenkort op deze plaats maar het mag duidelijk zijn dat de geboorte van rap/toast/deejay er onlosmakelijk mee verbonden is. Volgens U Roy’s collega Dennis AlCapone was de allereerste dub plate van King Tubby ‘You don’t care’ van The Techniques, in die tijd (1969-1970) ook de signature tune van King Tubby’s Hometown Hi-Fi. Als voormalige assistent van Duke Reid was Tubby goed vertrouwd met het materiaal van Treasure Isle.
Rastaman
Duke Reid, die de rocksteady era had gedomineerd maar tegen 1969 geheel in de schaduw stond van Coxsone Dodd, was niet de eerste producer die U Roy uitnodigde naar de studio. Keith Hudson had met de MC al een version gemaakt van Ken Boothes ‘Old Fashioned Way’ (original van Charles Aznavour) maar kreeg die niet verkocht aan de radiostations. De tune zou pas later uitkomen. ‘(Earth’s) Rightful Ruler’, een vernieuwende productie van Lee Perry, was eerder een geloofsbelijdenis van rastafari (Psalm 1), met een Amhaarse inleiding en blessings van Peter Tosh, en percussie van Count Ossie. U Roy had nog geen dreadlocks maar met dit nummer profileerde hij zich van meet af aan als rastaman.
Bij Duke Reid, in de Treasure Isle Studio, kreeg U Roy de beschikking over drie dubs, of eerder instrumentals, want niet gemixed door King Tubby.
Dit keer reageerden de twee grote radiostations, JBC en RJR, wel enthousiast, om nog maar te zwijgen van de massive in de dance. De eerste hit maakte Jamaica letterlijk wakker. ‘Wake the town’ (‘and tell the people, ‘bout the musical disc coming your way’, denken we daar automatisch bij,) was een versie van ‘Girl I’ve got a date’ (Alton Ellis). De gesproken intro van het nummer is door de jaren heen talloze keren gesampeld in de meest uiteenlopende genres, en kreeg in de jaren 90 wereldfaam dankzij de remake van Dawn Penns ‘No No No’. De riddim is nog halve ska, ingespeeld door Tommy McCook & The Supersonics. Veel galm op de stem (toch voor die tijd) maar echte dub kunnen we dit niet noemen.
MC van King Tubby
Veel heeft U Roy ook niet te vertellen. Hij herhaalde hier wellicht een aankondiging die hij eerder had gebruikt als MC van King Tubby:
Now, wake the town and tell the people
I’ve got a musical disc I can’t afford to delay
I could play the musical disc well straight
It’s crabbit, so crabbit, like an Alabama rabbit
‘Wake the town and tell the people’ is ook de naam van mijn reggaeshow op Radio Centraal, sinds 1987. Gemakkelijk als jingle (die je toen nog van de plaat moest opnemen op cassette) en een eerbetoon aan Ras Antonius, Ranking Dirk en Paul Fokker, het trio dat in 1978 al een reggaeprogramma had op Radio Capitale (later FM Bruxel). Hun ‘This station rules the nation’ stond model voor alle radioshows die ik sindsdien gemaakt heb.
Rule the Nation
Ook die titel, met de bijhorende jingle, was een vondst van U Roy. ‘Rule the nation’, een versie van de rocksteadyklassieker ‘Love is not a gamble’ (The Techniques), volgde ‘Wake the town’ op als nummer 1 in de Jamaicaanse charts. ‘This station rules the nation with version’: U Roy introduceerde daarmee ook een woord, version, dat tot vandaag gebruikt wordt in de reggae, met name in de riddimcultuur die het genre nu al een halve eeuw doordringt.
Maar de grootste vernieuwing zat in de derde opeenvolgende nummer 1. ‘Wear you to the ball’ was geen louter instrumentale tune maar liet de vocals van The Paragons uit de original een paar keer terugkeren in de mix. Waarna U Roy reageerde op wat er net gezongen was, en zo het nummer een extra dimensie gaf.
The Paragons: ‘I’m gonna wear you to the ball tonight/Put on your best dress tonight’.
U Roy: ‘Did you hear what the man said baby/Said be your best ‘cause this/
Gonna be your musical test/So come to school/And I take up the musical rule.’
Brent Dowe (The Melodians) was erbij toen U Roy de tune voor het eerst live bracht, op de sound van King Tubby’s dus: ‘The whole place went crazy. Although everybody knew about live deejaying, nobody had captured that sort of feel on record before. I don’t even think people thought it could be done.’
Gold Coast Club
‘It was at the Gold Coast Club, out on the beach by St Thomas Road, on a Sunday night, where they gonna get maximum exposure because that was a place the top promotors would put on shows and all the people from all over the ghetto would be there. You’d even see uptown guys there. They’d even run risk to come there to get some of the beat!’
Dowe vertelt hoe Duke Reid zijn dub plates cutte rond middernacht. Vervolgens ging hij een uurtje later naar de dance te gaan waar zijn sound Trojan speelde, en de tunes daar voor het eerst op te leggen. ‘He’d make a big fuss coming in through the gates. Everybody would see him arrive with the records under his arm or holding them high in the air to let everybody know they were straight from the studio. He’d take up the mic and announce “Right! A brand new recording this! You hearing this for the very first time.”’
oorspronkelijke vocals
De interactie met de oorspronkelijke vocals zou een handelskenmerk van worden van U Roy. Er kwamen tal van andere tunes in de nieuwe stijl, ‘toasting’. Veel toasters of rappers lieten zich inspireren door de originele tekst om hun eigen rhymes te creëren.
De drie nummers bezetten zes weken lang de eerste drie plaatsen in de Jamaicaanse hitlijst. U Roy stond in 1970 in totaal twaalf weken non-stop bovenaan. Van MC in de dance, tot dan toch een eerder bescheiden rol, werd hij plots, en tot zijn eigen verrassing, een succesvolle platenartiest.
Duke Reid had het niet voor rasta’s maar toch bleef U Roy hem trouw. Hij nam een dertigtal nummers op in Treasure Isle, genoeg in elk geval voor twee grensverleggende albums. Ook Dennis AlCapone, van de kleine sound El Paso, en Lizzy scoorden hun eerste hits voor Treasure Isle, hoewel AlCapone net als U Roy voor het eerst naar de studio (Randy’s) werd gehaald door de jonge producer Keith Hudson. Die voorzag ‘Spanish Amigo’ (opnieuw een versie van ‘Old fashioned way’) van een valse start, met een instant reactie van Dennis AlCapone. Het was een primeur die nog vaak navolging zou vinden.
En zo gaf U Roy ongewild de aanzet tot een beweging en een muziekstijl. Deze zou, veel meer dan reggae, de wereld zou veroveren. Toen de Jamaicaanse inwijkeling Clive Campbell rond 1973 in de Bronx, New York zijn eerste block party’s organiseerde, onder de naam Kool Herc, wilde hij de vibes oproepen die hij kende van de sounds in zijn geboorteland, met grote luidsprekers en de DJ en zijn MC als centrale figuren. Maar wel zonder reggae, want die muziek lustten de zwarte Amerikanen niet. De rhymes (rap), de versions, de beats (riddims): dat waren de Jamaicaanse ingrediënten van de hiphop die het genre tot vandaag definiëren.
Luister ook naar:
DJ’s Choice (Dennis AlCapone)
Love is a treasure (Lizzy)
Nanny Version (Dennis AlCapone)
Love in the arena (U Roy)
True born African (U Roy)
door: Jah Shakespear