Java is niet de eerste tune van Augustus Pablo maar wel het nummer van de doorbraak. Het was de aanzet tot een machtig oeuvre van dubs, instrumentals en productiewerk.
Augustus Pablo was oorspronkelijk een pseudoniem. Een pseudoniem dat producer Herman Chin-Loy (een neef van Leslie Kong) gebruikte. Dit deed hij voor de verschillende toetsenisten die hij aan het werk zette in zijn Aquarius-studio. Glen Adams bracht onder die naam bijvoorbeeld de instrumental ‘Aquarius One’ uit. Tot op een dag in 1969 een 15-jarige jongen de platenwinkel van Aquarius aan Half Way Tree kwam binnenwandelen, Horace Swaby. Om platen te kopen voor zijn sound Rockers International, en misschien zat er ook wel een auditie in als pianist. Met zijn vriend Tyrone Downie (later toetsenist van The Wailers) oefende de timide Horace al enige tijd de riffs en melodieën in van de grote Jackie Mittoo.
Toendertijd een hoogst ongebruikelijk, kinderlijk instrument
Maar Chin-Loy zocht iets nieuws. Hij zag dat de jongen een melodica bij had. Toendertijd een hoogst ongebruikelijk, schijnbaar kinderlijk instrument dat vooral op school werd gebruikt. Daar had Horace het ook gekregen, van een rijk vriendinnetje. Hij was zelf ook geen armeluis. Zijn vader was een boekhouder van Indische afkomst. Een deftige middenklasser, die met lede ogen moest aanzien hoe zijn zoon een onzekere muzikale carrière verkoos boven de universitaire loopbaan die hij voor hem in gedachten had.
Horace Swaby had al wat geoefend op de melodica. Maar of dat zou volstaan om maar meteen een echte tune op te nemen? Herman Chin-Loy wist hem te overtuigen en nam de jonge muzikant mee naar Randy’s aan North Parade. Amper 24 uur stond ‘Iggy Iggy’ op tape. Het is de debuutsingle van Augustus Pablo, de artiestennaam die Swaby zich definitief zou toe-eigenen. Met de zegen van Glen Adams, die de dag na de opname emigreerde naar Brooklyn. Zijn vertrek leverde Pablo plots een hoop werk op als sessiemuzikant.
Adams speelde toetsen op ‘Iggy Iggy’, met Aston ‘Familyman’ Barrett op bas, en Alvin ‘Reggie’ Lewis op gitaar en (waarschijnlijk) Mikey ‘Boo’ Richards op drums. Zeg maar The Hippy Boys (de latere Wailers) zonder Carlton Barrett. Chin-Loy zelf sprak de maffe intro in.
East of the river Nile (1971)
Met dezelfde bezetting werd die dag in 1971 ook ‘East of the River Nile’ opgenomen. Het nummer dat de sound van Augustus Pablo min of meer definieerde. Zijn producer wilde iets nieuws horen, en dat kreeg hij ook. Herman Chin-Loy meende een ‘middle east sound’ te horen, vandaar de titel. Dat zou later de ‘far east sound’ van Augustus Pablo worden, eerder Aziatisch dan Arabisch gekleurd dus, waarvoor hij zich naar eigen zeggen had laten inspireren door enkele van zijn favoriete Studio One tunes, ‘Addis Ababa’ van The Skatelites en ‘Drum song’ van Jackie Mittoo. Een nieuwe, dubbier versie van ‘East of the River Nile’, in samenwerking met King Tubby, zou het nummer pas enkele jaren later de status van klassieker geven, een echte foundation tune.
Augustus Pablo maakte nog een paar nummers voor Herman Chin-Loy, waaronder ‘Cassava Piece’, de originele versie van ‘King Tubbys Meets Rockers Uptown’ (het titelnummer van het gelijknamige classic album). Dat vroege werk is in 1973 verschenen op Chin Loy’s ‘Aquarius Dub’, een van de platen die in aanmerking komen voor de titel van eerste dub-lp.
Na een korte passage bij Now Generation, de band van Mikey Chung, en het nodige studiowerk, vond Augustus Pablo onderdak bij Randy’s, de platenwinkel annex studio van de familie Chin. Chin-Loy, Chung, Chin: we hadden het eerder in deze reeks al over de Chinese, of in dit geval oosterse connectie in de Jamaicaanse muziek.
East of Java
‘Java’ was voor de jonge Clive Chin pas de tweede productie. De riddim werd ingespeeld door de huisband van Randy’s, ook hier de nucleus van de Hippy Boys, The Wailers in opbouw. De Barrett-broers hadden de weg naar Randy’s gevonden via Lee Perry. Hij had hen daar verenigd had met de originele Wailers, het vocale trio Marley-Tosh-Livingstone. Chin had eerst een gezongen nummer in gedachten maar de inbreng van (de latere producer) Dennis Wright voldeed niet aan zijn verwachtingen.
Hij vroeg Augustus Pablo om twee melodielijnen in te spelen op zijn melodica (voor de A- en B-kant van de single). Hij liet de drie heren van de toen erg populaire Chosen Few een paar keer Java zingen. Clive Chin omdat de melodica een onbekend instrument was’, zei Clive Chin daar ooit zelf over. Hij had recent ‘East of Java’ gehoord van de Amerikaanse Impressions, een ander liedje maar wel met een exotische vibe, en die voelde hij natuurlijk ook in de muziek van Augustus Pablo. Vandaar de gesproken intro:
‘From the east of the Rio Cobre to the west of the Rio Cobre hails the hottest Java.’
De Rio Cobre is een rivier in Jamaica waar je kunt raften op een bamboevlot. Wat dat precies met Java heeft te maken, blijft onduidelijk maar die intro bepaalde wel de oorspronkelijke titel van het nummer: ‘East of the Rio Cobre’. De eerste release, op het Amerikaanse Impact-label van de Chins, stond zelfs op naam van Chosen Few. Geen enkele credit voor Pablo, en daar heeft hij zich naar verluidt behoorlijk kwaad over gemaakt. In Jamaica is de single wel verschenen onder zijn naam, ook op Impact.
Eerste en meest invloedrijke dubs of instrumentals
‘Java’ was zonder twijfel een van de eerste, en meest invloedrijke dubs of instrumentals. Zeker als je weet dat engineer Errol Thompson het nog moest stellen met een bescheiden viersporenstudio. Zijn dubs zitten nog niet vol echo’s, galmen en special effects maar reiken daarom niet minder diep naar de wortels van de vroege reggae. Voor de eerste keer stonden bas en drums echt vooraan in de mix, toch het belangrijkste kenmerk van dub.
Augustus Pablo nam in die periode ook tunes op voor Lee Perry, Leonard Chin, Gussie Clarke, Bunny Lee, Treasure Isle, en wat later King Tubby. Maar ‘Java’ was een massieve hit in Jamaica (de enige die Pablo ooit gehad heeft op het eiland), verkozen tot instrumental van het jaar, en gaf hem de kans om samen met zijn broer Garth een eigen label op te richten, Rockers. Rockers International was ook al de naam hun bescheiden soundsystem. In 1973 verscheen ‘Java Java’, geen album van Augustus Pablo maar volgens Chin wel de eerste dubplaat, waarvan amper duizend exemplaren geperst werden, met een briljante Errol Thompson achter de knoppen. Datzelfde jaar brachten Lee Perry en King Tubby overigens ‘Blackboard Jungle Dub’ uit, de derde kandidaat voor die officieuze eerbetuiging.
Debuutalbum
Op het debuutalbum van Pablo zelf, ‘This is Augustus Pablo’ (1974) is van ‘Java’ geen spoor te bekennen, ‘een vergetelheid’ zei hij daar zelf over. Het nummer was intussen een eigen leven gaan leiden als riddim, met succesrijke versions van Tommy McCook (‘Maro’/‘Jaro’), Dennis AlCapone (‘Mava’) en I Roy (‘Hospital trolley’). Los van de vele Jamaicaanse interpretaties door de jaren heen (check Riddimguide) graag ook uw aandacht voor de extravagante uitvoeringen van Bad Brains (‘Natty dreadlock ‘pon the mountain top’) en Dub Syndicate (‘Forward not back’).
Pablo kreeg algauw navolging op melodica. Bobby Kalphat, Joe White, Glen Brown en vooral Pablo(v) Black scoorden hitjes met melodica-tunes. Het succes van ‘Java’ gaf ook een boost aan de erkenning voor instrumentals in het algemeen, die op hun beurt nieuwe dubs initieerden.
Augustus Pablo bekwaamde zich in de jaren ’70 en ’80 niet alleen verder op de melodica. Het instrument groeide trouwens uit tot een soort mondorgel. Hij profileerde zich ook als producer, vaak in samenwerking met King Tubby. Augustus Pablo gaf een beslissende zet aan de carrières van Jacob Miller en Hugh Mundell. Pablo verpersoonlijkte roots & culture in leven en werk, met zijn unieke muziek, mystieke uitstraling en devotie aan Rastafari. En dat zat allemaal al vervat in die eerste tunes, from creation.
Luister ook naar:
Meditation Dub (Augustus Pablo)
Hot & cold (Augustus Pablo)
Dub Organizer (Augustus Pablo)
Say So (Augustus Pablo)
The Big Rip Off (Augustus Pablo)