De titelsong van het album dat Vivian ‘Yabby You’ Jackson uitbracht in 1977 was toen al zeven jaar oud. Na ‘Satta A Massagana’ de eerste grote mijlpaal in de geschiedenis van de klassieke rootsreggae.

Ik leerde destijds eerst de dub kennen, in de Channel One-uitvoering met Sly & Robbie (en Gladiators Albert Griffiths en Clinton Fearon op ritme- en sologitaar). De lp ‘Conquering Lion’ had ik hier nog nergens gezien, laat staan de gelijknamige single. Maar een vriend had wel die dub-lp, ‘Beware’, en daar stond een fantastische versie op van de riddim, het titelnummer, met in de hoofdrol Skully op percussie. Ook King Tubby wordt vernoemd maar wellicht zat in zijn studio toen toch al Prince Jammy achter de knoppen.

Tubby heeft in 1971 wel de originele versie van ‘Conquering Lion’ gemixt en gevoiced. Het verhaal gaat dat hij de riddim van Vivian Jackson te zwaar vond voor zijn tijd. Daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen. Maar de kleine, frêle zanger had ook gewoon geen geld voor studiotijd, laat staan om een plaatje te laten persen.

Leroy ‘Horsemouth’ Wallace

De muziek was eerder in één take opgenomen in Dynamic Sounds, met Karl Pitterson als engineer. Leroy ‘Horsemouth’ Wallace, toen de drummer van Generation Gap, had Aston ‘Familyman’ Barrett (bas) en Earl ‘Chinna’ Smith (gitaar) overtuigd om de tune gratis in te spelen. Op het tweede spoor (meer hadden ze er niet) zette Family Man er een orgeltje bij.

Horsemouth had Vivian Jackson leren kennen in de rasta community van Brother Wolf. Hij runde de kerk van de Ethiopian World Federation en later met Ras Michael de Sons of Negus zou oprichten. Dit deden zij onder de vleugels van Skatalites-bassist Lloyd Brevette.

Zwakke gezondheid

Jackson was opgegroeid in Waterhouse, naast een gigantische oven waar hij al vanaf zijn twaalfde potten en pannen moest maken. Hij hield er een zwakke gezondheid aan over, longproblemen, artritis en daardoor kreupele benen, en verbleef verschillende keren in het ziekenhuis. Maar dat kon het heilige vuur niet doven. Met Brother Joe & The Rightful Brothers nam Jackson in 1968 al de proto-roots tune ‘Go to Zion’ op. Dit was een nummer dat hij zelf had geschreven. Onder de even Bijbelse titel ‘Carnal mind’ (en later opnieuw zou opnemen). Die Rightful Brothers waren naast Vivian ‘Youth I-an’ Jackson (zoals zijn roepnaam toen nog luidde) de twee Gladiators Albert ‘Youth’ Griffiths en Clinton ‘Bassie’ Fearon, Roydel Johnson (a.k.a Congo Ashanti Roy) en diens latere collega-Congo Cedric Myton. Tijdens dezelfde sessie, met engineer Sylvan Morris, werd ook de fascinerende oerversie van ‘Run come rally’ opgenomen. Jackson leefde en speelde samen met de jonge muzikanten. Zij zouden Rastafari in de jaren zeventig van de ondergrondse grounations en nyabinghi-sessies naar de wereld van de Jamaicaanse en internationale popmuziek zouden brengen.

72 Nations Bow

Het was ook Cedric Myton die in de studio van Harry J als eerste ‘72 Nations Bow’ inzong. Zo heette ‘Conquering Lion’ oorspronkelijk. Een stem uit de hemel had Jackson naast een hoop andere openbaringen ingefluisterd dat niet Haile Selassie maar wel degelijk Jezus Christus de Koning der Koningen is, zoals het in de bijbel staat. Zijn eerste hit was meteen ook een geloofsbelijdenis. Die heeft de Jesus Dread weleens parten gespeeld in zijn carrière, met name in de kringen van invloedrijke rasta’s.

Maar daar hield King Tubby zich gelukkig allemaal niet mee bezig. Toen Jackson, pas ontslagen uit het hospitaal na een maagoperatie, zich bij hem aanbood met de instrumental, hoorde de dubmeester meteen het potentieel. Hij zou de zanger afgeraden hebben om ’72 Nations Bow’ meteen uit te brengen. King Tubby speelde de dub die hij zelf gemixt had wel op zijn soundsystem. Zijn volgers waren er weg van. De tune, door Tubby The Buckers gedoopt, was op een bepaald moment zo populair dat hij een hele Buckers Night organiseerde. Vooral de intro sloeg in als een bom en zou Vivian Jackson een blijvende artiestennaam opleveren: ‘Be You, Yabby Yabby You’.

ruzie over de auteursrechten

Pas in 1972 had Yabby You genoeg geld bijeengeschraapt. Hij liet honderd exemplaren persen van de single die hij in één take had opgenomen. Met blazers dit keer, en de Ralph Brothers als koortje, Alrick Forbes en Bobby ‘Melody’ Powell. Er ontstond vrijwel meteen na de release ruzie over de auteursrechten. De Ralph Brothers zouden later wel The Prophets worden, met Dada Smith als de vervanger van Bobby Melody. Tot verbazing van Jackson bracht King Tubby het nummer uit (op twee labels: Now en Prophet) onder de titel ‘Conquering Lion’, en onder de naam Vivian Jackson & The Ralph Brothers. Terwijl Yabby You nog zo gevraagd had om King Tubby zelf als artiest te vermelden. Hij voelde zich onzeker over het resultaat, nochtans een monumentale tune en na ‘Satta A Massagana’ een nieuw anthem voor de rasta’s. Na ‘Conquering Lion’ klonken alle anderen plots als The Osmonds, zou een gerenommeerde rastamuzikant toen gezegd hebben. Voor de jongere lezers onder u: The Osmonds was een Amerikaanse bubblegumgroep die in die dagen wereldwijd enorm succes kende.

Album

Er werd die nacht in 1971 nog een tune opgenomen bij King Tubby’s. Jackson zou ‘The Man who does the work’ aan de Ralph Brothers hebben geschonken, in het kader van een faire deal, maar die lieten de tune op het schap liggen. Hij zou uiteindelijk in 1977 terechtkomen op het album ‘Conquering Lion’, op zich een verzameling van de meest succesrijke nummers die Yabby You in de vijf jaar daarvoor gemaakt had. Na ‘Conquering Lion’ (de single) volgden ‘Love of Jah’ (backing vocals: Leroy Sibbles) en ‘Love thy neighbour’, met Carlton Barrett op drums, Bunny Wailer op percussie, Robbie Shakespear misschien wel voor de eerste keer op bas, en Richard ‘Dirty Harry’ Hall op fife, een soort dwarsfluit. Intussen dropten Yabby You en King Tubby’s ook enkele fantastische versions van ‘Conquering Lion’: ‘Yabby Youth/Lightning clap’ (Big Youth), ‘Fisherman Special’ (Tommy McCook & Don D. Junior) en ‘Big Youth Fights Against Capitalism’ (King Tubby). Al dat prachtige materiaal, originals en versions werd in 1997 verzameld in de fantastische lp/cd-box ‘Jesus Dread 1972-1975’, nog altijd de ultieme Yabby You-collectie.

Hoewel voor de fans (en dat worden er door de jaren steeds meer) ook het eveneens driedelige ‘Dread Prophecy‘ (2015) een must is. ‘Dub it to the top’: ook een mooie selectie. En die plaat met Mad Professor! Het is simpel: van Yabby You is sinds ‘Conquering Lion’ haast uitsluitend meesterlijk materiaal uitgebracht. Ook in dat opzicht was deze tune een mijlpaal.

Door: Jah Shakespear