Weinig nummers zijn zo vaak gecoverd, gesampeld en bewerkt als deze rudimentaire gospel van Toots Hibbert en orkestleider Byron Lee. Sister Nancy! Murder She Wrote! Kanye West!
Volgens het Amerikaanse muziekblad Billboard is ‘Bam Bam’ misschien wel de vaakst gesampelde reggaetune ooit. Het gaat dan wel om de version van Sister Nancy (1982). op de klassieke riddim ‘Stalag 17’ (1973). De versie van haar toenmalige producer Winston ‘Techniques’ Riley en pianist Ansel Collins,. Pas toen het nummer in 2014 werd gebruikt in een commercial van Reebok begon het Sister Nancy op aangeven van haar dochter te dagen dat ze miljoenen aan auteursrechten had misgelopen. Nadat ze eerder al vergeefs tot een akkoord probeerde te komen met Riley. Het volledige bedrag heeft ze via de rechtbank niet kunnen recupereren. Ze kreeg wel een royale compensatie voor de periode 2004-2014 en 50% van de rechten op het nummer.
CL Smooth & Pete Rock, Lauryn Hill, Kanye West & Rihanna, Beyoncé, Chris Brown. Het zijn niet van de minsten die ‘Bam Bam’ gesampeld of ‘geïnterpoleerd’ (afgeleid) hebben. Jay-Z reisde in 2017 zelfs naar Jamaica om daar een fascinerend filmpje op te nemen bij ‘Bam’, een track op het album ‘4.44’. Met een cameo van Sister Nancy zelf, guest vocals van Damian Marley (flarden ‘Tenement Yard’) en een lesje sociale muziekgeschiedenis. Laat je niet misleiden door een andere versie op Youtube, goed gemaakt maar niet Jay-Z.
Wereldhit
Los van de vocale sample steunt ook deze hiphopbeat weer op de riddim, Stalag 17. Begin jaren 80 alomtegenwoordig in de dancehall, uitgebracht op vele tientallen singles en riddim-lp’s. Enkele weken voor Sister Nancy haar versie maakte, hadden Yellowman en Fathead hun eigen ‘Bam Bam’ opgenomen. Maar dan wel op de (Unmetered) Taxi-riddim van Sly & Robbie. Daarmee komen we muzikaal al een stuk dichter bij de ‘Bam Bam’ van Toots & The Maytals uit 1971. Hoewel het nog altijd niet echt om een version in de strikte zin van het woord gaat. En om de verwarring nog groter te maken: Sly & Robbie hebben die oude Stalag-riddim in 1992 alsnog bewerkt en versneld. Ze noemden hem terecht ‘Bam Bam’ (sinds 2005 ‘Raw Food’) en scoorden een wereldhit met ‘Murder She Wrote’ (Chaka Demues & Pliers). Ook van deze riddim zijn weer vele honderden versions uitgebracht. I know: it’s complicated.
Goed, we waren in 1971. Ik heb de single ooit gekocht, ‘Bam-Bam’ op de A-kant, en het even bijzondere ‘Pomps And Pride’ op de B-kant. Opgenomen in Dynamic Sounds van Byron Lee, uitgebracht op het gelijknamige label. Dat was vooral omdat ik het nummer dan makkelijker kon draaien als dj. Ik kende de uitvoering al van de compilatieplaat ‘From Bam Bam To Cherry Oh Baby’, ook op Dynamic. Het was een van de eerste ‘oude’ platen die ik destijds gekocht heb. De eerste na de initiële golf van dub, roots en rockers die mij naar de reggae gelokt had. Er stonden alleen maar top tunes op. Naast drie nummers van Toots en de hit van Eric Donaldson uit de titel ook ‘Ba Ba Boom’ (The Jamaicans) en ‘Boom Shacka Lacka’ van Hopeton Lewis. Ik zet die titels er bewust bij om te laten zien dat ‘Bam Bam’ niet het enige patois containerbegrip is dat al gehanteerd werd in de vroege jaren van de reggae. Check ook die ene live opname van Sister Nancy. De opname van ‘Boom Shaka Laka’, ironisch genoeg op de riddim van ‘Ba Ba Boom’. Kunt u nog volgen?
The Skatalites
Maar de rode draad is in dit verhaal is dus niet de riddim maar het refreintje met de kenmerkende, lang aangehouden zanglijn in de aanloop. Een vondst van Toots Hibbert, de Jamaicaanse Otis Redding (of James Brown, zo u wil), een zanger die even goed beïnvloed werd door zijn gospelverleden in de kerk als door country en vroege Amerikaanse soul. Begin jaren 60 vormde hij samen met Jerry Matthias en Raleigh Gordon het vocale trio The Maytals. Na een eerste resem hits voor Studio One stapten ze naar Byron Lee, de succesrijke ondernemer en producer die Jamaica met zijn Dragonaires, Jimmy Cliff, Prince Buster, Millie Small en andere artiesten had vertegenwoordigd op de wereldtentoonstelling in 1964 in New York. Daar hadden toen even goed The Skatalites kunnen staan maar het afgestofte uptown gezelschap van Lee kreeg de voorkeur op de blowende rasta’s van downtown Kingston. Hoewel Lee’ muzikanten daar wel ska hadden leren spelen, op aangeven van de conservatieve minister (en latere premier) Edward Seaga, toen ook nog een prominente figuur in de Jamaicaanse muziekwereld.
Byron Lee & The Dragonaires stonden erom bekend dat ze alle Caribische stijlen onder de knie hadden: mento, calypso, soca, ska, rocksteady, reggae… De groep was niet toevallig te zien in de eerste James Bond-film, ‘Dr.No’ (opgenomen in Jamaica) en in Kingston als backing band van Harry Belafonte, Chuck Berry, Sam Cooke en andere Amerikaanse sterren. Byron Lee speelde zelf bas. Hij zou de elektrische basgitaar in 1959 geïntroduceerd hebben in Jamaica. Winston Wright was een van de vaste orgelmannen, tot hij samen met gitarist Hux Brown overstapte naar The Supersonics van Tommy McCook. Percussionist Carl Brady had The Dragonaires mee opgericht. Ook Neville Hinds (toetsen) was vast lid van de groep. Maar pin ons niet vast op die namen, de bezetting van de band varieerde voortdurend. Over de blazers durf ik mij niet eens uitspreken.
This is Ska
De mooiste opnames van Byron Lee & The Dragonaires zitten in een Britse documentaire uit 1964. Deze documentaire heet ‘This is ska’, over de nieuwe muziekrage in Jamaica. Na een korte dansles begeleiden ze Eric Morris, Prince Buster, Blues Busters, The Charmers, Stranger Cole, Roy & Yvonne en een uitgelaten Jimmy Cliff (‘King of Kings’!). Maar de meest beklijvende zangers zijn The Maytals, met de oeruitvoering van ‘Bam Bam’. Ze zouden er twee jaar later de eerste Festival Song Competition mee winnen, waarna het nummer in korte tijd een anthem werd van de rude boys. Ze herkenden zichzelf in de tekst van Toots, over een man die opkomt voor het goede maar ook niet met zich laat sollen:
I want you to know that I am the man
Who fight for the right, not for the wrong
Going there, I’m growing there
Helping the weak against the strong
Soon you will find out the man
I’m supposed to be
Help this man
And don’t trouble no man
But if you used to trouble that man
It will bring a bam bam
Rumba-achtige percussie
Op plaat begint die original van ‘Bam Bam’ met de rumba-achtige percussie van Carl Brady die in feite de hele productie ondersteunt. We horen ook een baslijn, een paar stukjes saxofoon en in de verte wat toetsen. Ska kun je het ritme bezwaarlijk noemen, maar zeker ook geen rocksteady. En toch is dit authentieke Jamaicaanse popmuziek, een mix van gospel en latin slagwerk, bekroond met de rauwe vocal van Toots en zijn zoete koortje. ‘Bam Bam’ werd de grootste hit van The Maytals maar het zou even duren voor er een opvolger kwam. Datzelfde glorieuze jaar, 1966, werd Toots namelijk gearresteerd wegens het bezit van ganja, en vloog voor twee jaar achter de tralies. Een ervaring die Toots verwerkte in die andere klassieke tune ’54-36 That’s My Number’, de definitieve aanzet tot zijn internationale carrière als een van de stamvaders van de reggae.
Luister ook naar:
Bam Bam (Sister Nancy)
Murder she wrote (Chaka Demus & Pliers)
Bam (Jay-Z)
Broadway Jungle (The Maytals)
Bam Bam (Toots & The Maytals, 1971)
Door: Jah Shakespear