Creation Tunes: Double Barrel (Dave & Ansil Collins, 1970) (Jah Shakespear)

Double Barrel – Dave & Ansil Collins (1970) – Eén van de grootste reggaehits aller tijden, ook al konden de makers dat aanvankelijk maar moeilijk geloven: zanger (hier eerder shouter) Dave Barker, pianist/componist Ansel Collins en producer Winston Riley. Tot ze plots gevraagd werden voor Top of the Pops, het toonaangevende muziekprogramma op de BBC.

Dave Barker (geboren David Crooks) herinnert zich amper dat hij ‘Double Barrel’ ooit heeft opgenomen. De broers (en producers) Winston en Buster Riley hadden een ritmetrack gekocht van Ansel Collins, een jonge pianist die zijn sporen al had verdiend in de band van zanger Bobby Aitken. Zijn eerste opname was ‘Never let go’, zijn eerste instrumentale solohit ‘Night Doctor’, een eigen productie die Lee Perry later uitbracht onder de naam van The Upsetters. Collins’ band bestond uit Lloyd Parkes (bas), Ranchie McLean (gitaar) en de 18-jarige Sly Dunbar op drums. Voor hem was het zijn eerste studio-opdracht. Met dezelfde band scoorde Ansel Collins ‘Man from MI5’, zijn tweede hitje in de UK, zij het opnieuw anoniem, onder de vlag van The Upsetters.

Entourage van Lee Perry

Ook Dave Barker hing rond in de entourage van Lee Perry. Met zijn wilde, Amerikaans klinkende shouts, als was hij een radio-DJ, had hij eerder al ‘Shocks of Mighty’ ingekleurd, frenetieke vroege reggae met een twist. Zoiets hadden de Riley’s ook in gedachten toen ze Barker vroegen om een ‘talking voice’ in te spreken op een tune van Ansel Collins. Ze hadden al samengewerkt bij The Techniques en The Sensations, want Barker was in de eerste plaats een uitmuntende zanger. Check ook ‘Prisoner of Love’, met The Upsetters.

Afspraak in de kleine tweesporenstudio van Joe Gibbs aan Burns Avenue in Duhaney Park. Toen Barker het nummer daar hoorde, vond hij het maar niks. ‘It sounded like some kind of Mickey Mouse stuff, sort of lightweight,’ vertelt hij in het boek ‘Bass King – When Reggae Was King’, een van de bronnen die we voor deze reeks wel vaker raadplegen. ‘So the vibes couldn’t really come and flow from me as easily as it normally comes.’ Buster Riley probeerde Barker te inspireren. ‘Think big! Like some giant man, Hercules or James Bond, Double-O-Seven or something.’ De Riley’s speelden ook in op de prille DJ-rage, met U Roy als uithangbord.

Lyrics:

Dave Barker stapte naar de microfoon en improviseerde ter plekke de nu legendarische intro van ‘Double Barrel’:

I am the magnificent
I’m backed by the shack of a soul boss
Most turnin’ stormin’ sound o’soul

I am double U, O, O, O
And I’m still up here again

Geen cent auteursrechten

De rest kwam als vanzelf, in één take. ‘Work, work, work, work, work… Mush, mush, mush, mush… Hit me one time … Ugh, ugh, ugh, ugh, ugh…’: het was allicht de makkelijkste tune die Dave Barker ooit gemaakt heeft, en dan hoefde hij de kenmerkende echo’s en galmen niet eens zelf toe te voegen. Hij kreeg er 20 dollar voor, en geen cent auteursrechten. Een paar maanden later nam Barker met dezelfde mensen in Dynamics het gelijkaardige ‘Monkey Spanner’ op, om ook die job weer snel te vergeten.

Bijna een jaar later, eind 1970, hoorde hij dat ‘Double Barrel’ in de UK op single was verschenen, en daar best goed verkocht. ‘No man, how can that be?’ dacht Barker bij zichzelf. Nog een paar maanden later kreeg Winston Riley telefoon van Lee Gophtal, de grote baas van Trojan Records. De tune, in Jamaica verschenen op Riley’s eigen Techniques-label, stond intussen in de top 10, en was wellicht op weg naar de hoogste positie. Dave en Ansel werden dringend verzocht om op het vliegtuig naar Engeland te stappen voor een optreden in Top of the Pops én een tournee die misschien wel zes maanden kon duren. ‘Monkey Spanner’ zou in die periode uitgebracht worden als opvolger van ‘Double Barrel’.

Britse hitparade

In mei ’71 stond ‘Double Barrel’ op 1 in de Britse hitparade, en bevestigde daarmee het potentieel van reggae als mainstreammuziek, na eerdere successen van Desmond Dekker (‘Israelites’ was in 1969 de eerste reggae nummer 1), Jimmy Cliff en The Melodians. 300.000 exemplaren verkocht in vier weken tijd: geen Jamaicaan heeft het Dave & Ansel Collins ooit nagedaan. Ook ‘Monkey Spanner’ haalde de top 10, waardoor het duo dat jaar een van de best verkochte hitgroepen was.

Winston Riley beloofde zijn artiesten de hemel. Fancy hotels, alle onkosten betaald, en ze zouden er een hoop geld aan overhouden. U hoort ons al komen: daar is weinig van in huis gekomen. Om de toer enigszins rendabel te houden, stonden er bijna elke avond twee of drie optredens gepland, verspreid over heel Engeland. Barker en de muzikanten kregen voor al die shows één podiumoutfit (het was de tijd van kleurrijke pakken), en dat was uiteindelijk de reden dat het tot een conflict kwam tussen de zanger en de producer. Pas toen Dave Barker ermee dreigde dat hij niet meer op het podium zou stappen, kreeg hij van Riley duizend pond om nieuwe kleren te gaan kopen. Voor de rest heeft hij aan die hele toer amper iets verdiend.

Top of the Pops

En dat geldt uiteraard ook voor de muzikanten: Ansel Collins op piano, Rod Bryant (van Jimmy Cliffs band, in Top of the Pops met strooien rokje) op bas, en een gitarist en een drummer uit Grenada. Die laatste werd na de wat rommelige Top of the Pops-opname vervangen door drummer Jackie Parris van The Sensations. Ook backingvocalist Bobby Davis zat bij die groep, en (af en toe) Barker zelf.

Dave Barker liet de ondankbare omstandigheden niet aan zijn hart komen en genoot met volle teugen van de enthousiaste ontvangst die hem overal in het land te beurt viel. Hij dacht dat de Engelsen enkel naar The Beatles luisterden, en Tom Jones, en Engelbert Humperdinck. Plots stond hij voor uitverkochte zalen waar de mensen uit hun dak gingen op reggaemuziek. Fans spraken hem aan over zijn werk voor Coxsone Dodd, Duke Reid en Lee Perry. Hoe wisten ze dat allemaal? Zelfde verhaal later in West-Duitsland, want ‘Double Barrel’ scoorde in heel Europa. ‘The people dem jump on stage and some of dem even start peeling off dem clothes!’ zegt Barker. ‘Crazy! I could feel dem trying to grab me!… It was so much better than the crowds in Jamaica. Serious. Down there, the only way you know you’ve done OK is when they don’t actually boo you.’

Euforische ontvangst

Het is sindsdien een terugkerend fenomeen in de reggae: Jamaicaanse artiesten die overdonderd worden door de euforische ontvangst in Europa, Japan of Zuid-Amerika en zich afvragen waarom er op het thuisfront altijd zo lauw gereageerd wordt.

Dave & Ansel Collins was een 2-hit wonder. Ze scharrelden nog wel een lp bij elkaar, ook ‘Double Barrel’ genaamd, maar een classic album is het niet geworden. Dave Barker besloot na de UK-tour om in Engeland te blijven, Ansel Collins keerde terug naar Jamaica, om daar een vaste waarde te worden in de huisband van Channel One, The Revolutionaries, niet toevallig met zijn oude beschermeling op drums: Sly Dunbar.

Met Winston Riley creëerde Ansel Collins in 1973 de standaardriddim ‘Stalag 17’, maar dat is weer een andere Creation Tune.

door: Jah Shakespear

Facebook
Twitter
WhatsApp